Robie House week 3

 In het Robie House hebben we 3 verschillende vormen gevonden namelijk:

-          Horizontaliteit

-          Prairie style

-          Massieve centrale schoorsteen

Als eerste gaan we dieper in op horizontaliteit,  dit doen we op het gebied van beweging, kleur en contrast.

Beweging:

Als we gaan kijken naar de hoofdbeweging op een etage dan zien we dat deze met name horizontaal is (zie de blauwe lijnen). Er zijn wel korte stukjes die verticaal worden afgelegd (zie de rode lijnen).

Je kan duidelijk in de plattegrond zien dat de meeste muren horizontaal zijn (zie de blauwe lijnen).

Kleur:

Robie House bestaat in eerste uit 3 verschillende materialen namelijk glas, beton en baksteen. Ieder materiaal geeft een eigen uitstraling en dus ook een eigen kleur.

Glas is doorzichtig wat zorgt voor een open en gesloten gevel. De betonnen stroken die boven op het metselwerk zitten benadrukken de horizontaliteit. En tot slot lijken er geen voegen bij de bakstenen te zitten. Door deze 3 elementen samen te nemen lijkt het alsof het gebouw is opgebouwd uit horizontale vlakken.

 

Contrast:

Je denkt dankzij de horizontale bedrukkingen heel snel dat het gebouw alleen horizontaal is, echter zijn er ook duidelijke verticale elementen te vinden die zorgen voor contrast. Deze elementen zie je het beste als je in het gebouw staat. Als je naar de zijkanten kijkt word  het verticale benadrukt
(rode lijnen), kijk je naar boven (blauwe lijnen) word weer juist het horizontale benadrukt.

Als tweede gaan we dieper in op prairie style,  dit doen we op het gebied van beweging, kleur en contrast.

Beweging:

De beweging is het duidelijkste te zien in de plattegrond. FLW omschreef zelf zijn huizen als ‘het openbreken van een doos’. Je ziet hier vooral geometrische vormen in terug komen. Geometrische vromen zijn alle vormen, die je met behulp van een passer en liniaal kunt construeren. Voorbeelden hiervan zijn: vierkant/rechthoek, driehoek en cirkel.

Voor de hoofd geometrische vierkant/rechthoekige vorm in de plattegrond zie de rode lijnen.

Voor de geometrische vormen in de hoofdvormen zie de blauwe lijnen.

 

Kleur:

Een anders typisch kenmerk van de prairie –stijl is de benadrukking van horizontaliteit. Omdat we dit onderdeel behandelen bij horizontaliteit zal er op dit moment niet dieper op worden ingegaan.

Contrast:

Het laatste kenmerk van de prairie –stijl is de versmelting van binnen en buiten. Hiermee word bedoelt dat alles wat buiten zit ook binnen tot uiting komt. Het nadeel hiervan is dat het geen contrast geeft. Het contrast wat we wel kunnen vinden is het open/gesloten contrast. Wat je namelijk ziet is dat in de gevel veel glas verwerkt word en dit dus erg open (blauw) is, terwijl het plafond massief is en dus gesloten (rood).

Als laatste gaan we dieper in op de centrale schoorsteen,  dit doen we op het gebied van beweging, kleur en contrast.

Beweging:

Je beweegt om de schoorsteen heen. Dit  komt omdat de schoorsteen in het midden van de ruimte staat.

Kleur:

De openhaard/schoorsteen is gemaakt van baksteen. Daardoor lijkt het samen met het hout alsof het een groot geheel is.

Contrast:

Het contrast dat gecreëerd word is duidelijk zichtbaar de gehele ruimte is open en dan ineens in het midden ‘bam’ staat een schoorsteen.

Fallingwater week 3

Beweging

Bij een woning bepaald vooral de indeling ervan de beweging die men maakt in de ruimte. Als men op een bepaalde manier moet bewegen door de woning kan daarin dan ook met wanden, licht etc gewerkt worden.

Horizontaliteit:

Als je kijkt naar de plattegrond dan valt op dat er continue vierkante ruimtes zijn in de woning. Deze vierkante ruimtes resulteren erin dat je in de woning sowieso niet diagonaal maar verticaal of horizontaal zal lopen en in deze laatste is de richting van de meeste loopruimtes dan ook.

Natuur:

In zekere zin gaat je beweging mee met de natuur. Gezien de rivier van links naar rechts of visa versa loopt en in de beweging in het huis gebeurt dit ook. Ook loopt het pad rondom de woning en de woning loopt hier als het ware mee mee.

Open – gesloten:

Duidelijk zichtbaar is de beweging die op de begane grond zichtbaar is veel groter is als die op de 1^e en 2^e verdieping. De begane grond is dan ook een heel open geheel waar ruimtes in elkaar overlopen, terwijl op de 1^e en 2^e verdieping veel strakker is vastgesteld hoe je moet lopen.

Kleur

Kleur is erg belangrijk in het overbrengen van Frank Lloyd Wright's esthetiek van een uniforme en organische architectuur als een geheel. Hij haalde dit uit twee bronnen bij het bepalen van zijn palet voor een bepaald project: de aard van de locatie en de aard van de bouwmaterialen. Zo ook bij Fallingwater, een lichte oker voor het beton en zijn handtekening Cherokee rood voor het staal. Deze rustgevende maar toch intense kleuren werden geaccentueerd door een palet van gerelateerde tinten en creëerde een harmonieuze, verenigd en serene omgeving voor de klant.

Horizontaliteit:

Vooral aan de gevel van de woning is goed zichtbaar wat deze kleur met de woning doet. Het cherokee rood van het staal bij de ramen valt doordat het een donkere kleur is weg achter het vlak beton.

Natuur:

De kleuren van de stenen die uit de omgeving komen en het kleurenpallet wat er gebruikt is laat doordat het vooral aardetinten zijn deze woning mooi opgaan in de natuur.

Open – gesloten:

Door de enigszins felle kleur van het beton en de donkere kleur van het staal wordt het contrast tussen open en gesloten extra benadrukt.

Contrast

De tegenstellingen van elkaar maken het in de woning zo dat sommige dingen elkaar extra benadrukken wat zorgt voor een andere sfeer.

Horizontaliteit:

Zoals eerder al geschreven zorgen het lichte beton en het donkere glas en de rest van de donkere woning voor een contrast met elkaar, waardoor deze lijnen extra opvallen.

Natuur:

Ook binnen in de woning zorgen de stenen van bijvoorbeeld de schouw voor een robuuste uitstraling naast een glimmende vloer op de grond. Dit geeft het idee van rotsen in een vijver.

Open – gesloten:
Door de verspringing echter van de vloeren op de verscheidene verdiepingen ontstaat er toch een open gevoel. Deze twee liggen in contrast met elkaar en dat geeft het geheel een speels effect.

Guggenheim Museum week 3

Vormleer week 3: Guggenheim Museum

Bij de gekozen 'vormen' van week twee wordt het gebouw geanalyseerd op de volgende drie concepten: beweging, kleur en contrast. Hieronder wordt er per vorm verteld hoe deze concepten tot uiting komen in het Guggenheim Museum.

1.       Spiraal:

Beweging: de route in het gebouw wordt bepaald door de spiraal. Deze loopt hellend naar boven en deze maakt de route gelijk duidelijk. Zo weet de bezoeker welk pad hij moet volgen om bij de kunstcollectie te komen. De spiraal staat symbool voor de route. Als er gekeken wordt naar de linker afbeelding hieronder is dit ook bij deze schelp te zien. Deze heeft een duidelijke spiraalgevormde richting.

Kleur: de wanden van de spiraal zijn wit waardoor deze duidelijk in de ruimte naar voren komt. De spiraal is hierdoor duidelijk het belangrijkste onderdeel van het gebouw.

Contrast: de spiraalvormige helling staat zowel binnen als buiten in contrast met elkaar door de kleur die ze hebben. De kleuren zwart en wit zijn hierbij de contrastmakers. De wanden zijn wit en de gangpaden ogen donker waardoor de spiraalvorm nog sterker naar voren komt.

2.       Horizontaliteit:

Beweging: het gebouw is horizontaal georiënteerd, wat al vanaf de buitenkant te zien is. Ook binnen lijkt het alsof de route horizontaal verloopt.

Kleur: ook de horizontaliteit wordt benadrukt door de gekozen kleuren. Dit zijn namelijk de witte, grote elementen in tegenstelling met de zwarte(donkere)  raampartijen die wat terug in de gevel zijn geplaatst. Hierdoor valt het oog op de witte vlakken. Ook aan de binnenkant lijkt het dus dat de spiraal horizontaal loopt waardoor dit concept nog erger tot uiting komt.

Contrast: de grote, witte elementen staan hier duidelijk in contrast met de donkere, naar achter geplaatste ramen. Ook lijkt het binnen alsof de route horizontaal verloopt, alleen deze loopt  in een helling omhoog. De zogenaamde horizontaliteit staat dus in contrast met de eigenlijk hellende vlakken.

3.       Openheid:

Beweging: in het midden van het gebouw vindt er een groot atrium plaats. Dit zorgt voor een duidelijke routing en een enorme openheid in de ruimte.

Kleur: door middel van de lichte kleuren en de glazen koepel, wordt de openheid sterker benadrukt. Dit zorgt voor een rustige en kalme omgeving.

Contrast: de grote open ruimte staat in contrast met het spiraal omhoog lopende pad aan de buitenkant van de ruimte. Het pad ziet er erg gesloten uit als dit vergeleken wordt met het atrium. Ook ziet het gebouw er aan de buitenkant een stuk dichter uit dan de binnenkant is. Dit komt door de grote, witte elementen die rond het hele gebouw lopen. De raampartijen zijn aan de buitenkant nauwelijks te zien terwijl aan de binnenkant veel licht via de koepel binnenkomt. 

Guggenheim Museum week 2

Vormleer week 2: Guggenheim Museum

Inleiding

Het Guggenheim Museum bevindt zich in New York en is een van de laatst gerealiseerde bouwwerken van Wright. Het is één van de belangrijkste musea voor moderne kunst met daarin vooral schilderkunst van de 20^e eeuw.

  Kenmerkende vormen

  Hier worden de drie kenmerkende 'vormen' benoemd en geanalyseerd.

1.       Spiraal: de tentoonstellingsruimte bestaat uit een spiraalvorm, die buiten ook terug te zien is. De kunstwerken worden langs een spiraalvormige helling tentoongesteld die door het hele gebouw loopt. Deze wokkel uit de vorm van het gebouw.

2.       Horizontaliteit: ook bij het Guggenheim museum zijn de horizontale elementen sterk aanwezig. Zowel binnen als buiten loopt de spiraalvorm in horizontale ‘lijnen’. In het platteland van Nederland is de horizontaliteit ook goed terug te zien. Het zicht is namelijk erg horizontaal, omdat Nederland een plat land is.

3.       Openheid: door middel van het grote atrium in het midden van de spiraal, ontstaat er een grote openheid in het gebouw. In het plafond van het atrium is een glazen koepel geplaatst waardoor de openheid nog sterker benadrukt wordt. De bloem hiernaast heeft ook een openheid, met in het midden de ‘bron’.

 

Fallingwater week 2

Horizontaliteit

FLW maakt in zijn gebouw als een van de hoofdpunten gebruik van horizontaliteit.

In de gevels van het gebouw bevinden zich veel horizontale lijnen. Deze benadrukken iedere laag van de woning weer.

Het gebouw bestaat grotendeels uit steen, beton en glas. Door het gebruik van glas wordt deze horizontaliteit extra benadrukt. Het glas valt weg en de lijnen van het beton extra op.

Ook in zijn meubelkeuze en kozijnen valt het op dat hij hier rekening mee heeft gehouden.

Natuur

FLW wilde het echte binnen-buiten gevoel creëren door de waterval waarboven de woning is gebouwd niet als los item langs de woning te laten lopen, maar om deze in de woning te integreren. De waterval was vanuit de woning lastig zichtbaar, maar in iedere plek in de woning hoorbaar. Daardoor leefden ze niet bij de waterval, maar met de waterval.

Wright's passie voor Japanse architectuur kwam sterk tot uiting in het ontwerp van de woning, met name in het belang van de doordringende exterieur en interieur ruimten en de sterke nadruk op de harmonie tussen mens en natuur. Dat hij een geheel wilde in het exterieur en interieur is ook duidelijk zichtbaar in onder andere zijn meubel- en kleurkeuze.

De woning valt door het gebruik van stenen uit de omgeving ook deels weg in deze natuur. De woning is hierdoor enigszins onopvallend aanwezig wat het geheel nog sterker benadrukt.

Open - gesloten

De woning ziet er als een open – gesloten geheel uit.

Het robuuste van de betonnen “banden” springt er erg uit naar voren en geeft het een gesloten geheel.

Door de verspringing echter van de vloeren op de verscheidene verdiepingen ontstaat er toch een open gevoel. Deze twee liggen in contrast met elkaar en dat geeft het geheel een speels effect.

Robie House week 2

Inleiding:
De functie van het Robie House is een woonhuis en bestaat uit 3 bouwlagen. Het is ontworpen in 1908 en in 1910 opgeleverd. Het Robie House is gelegen in een buitenwijk van Chicago.

De 3 kenmerkende vormen van het Robie House zijn:

-          Horizontaliteit

-          Prairie style

-          Massieve centrale schoorsteen

1. Horizontaliteit: Je ziet heel duidelijk horizontale lijnen die nog is extra benadrukt worden door de betonnen balken die op de baksteen geplaatst zijn.

2. Prairie style: FLW wilde de schoonheid (de stille verte) van de prairie weergeven in het Robie House. Dit hij op een aantal manieren gedaan namelijk:

• Duidelijke benadrukking horizontale elemten
• Licht hellende daken
• Lage hoogten
• Rustige silhouetten
• Compacte, massieve schoorsteen
• Beschermende overstekken
• Laag aangezette terassen

Welkom

Welkom!

Op de blog van Linda, Astrid en Mariska. Hier zullen onze analyses komen te staan die gemaakt zijn in het schooljaar 2013-2014. 

Als architect zullen wij Frank Lloyd Wright analyseren. We hopen u hier voldoende informatie te verschaffen.

Groetjes, 

Astrid

Linda

Mariska