dinsdag 10 september 2013

Guggenheim Museum week 3

Vormleer week 3: Guggenheim Museum
Bij de gekozen 'vormen' van week twee wordt het gebouw geanalyseerd op de volgende drie concepten: beweging, kleur en contrast. Hieronder wordt er per vorm verteld hoe deze concepten tot uiting komen in het Guggenheim Museum.

1.       Spiraal:
Beweging: de route in het gebouw wordt bepaald door de spiraal. Deze loopt hellend naar boven en deze maakt de route gelijk duidelijk. Zo weet de bezoeker welk pad hij moet volgen om bij de kunstcollectie te komen. De spiraal staat symbool voor de route. Als er gekeken wordt naar de linker afbeelding hieronder is dit ook bij deze schelp te zien. Deze heeft een duidelijke spiraalgevormde richting.

Kleur: de wanden van de spiraal zijn wit waardoor deze duidelijk in de ruimte naar voren komt. De spiraal is hierdoor duidelijk het belangrijkste onderdeel van het gebouw.

Contrast: de spiraalvormige helling staat zowel binnen als buiten in contrast met elkaar door de kleur die ze hebben. De kleuren zwart en wit zijn hierbij de contrastmakers. De wanden zijn wit en de gangpaden ogen donker waardoor de spiraalvorm nog sterker naar voren komt.


2.       Horizontaliteit:
Beweging: het gebouw is horizontaal georiĆ«nteerd, wat al vanaf de buitenkant te zien is. Ook binnen lijkt het alsof de route horizontaal verloopt.

Kleur: ook de horizontaliteit wordt benadrukt door de gekozen kleuren. Dit zijn namelijk de witte, grote elementen in tegenstelling met de zwarte(donkere)  raampartijen die wat terug in de gevel zijn geplaatst. Hierdoor valt het oog op de witte vlakken. Ook aan de binnenkant lijkt het dus dat de spiraal horizontaal loopt waardoor dit concept nog erger tot uiting komt.






Contrast: de grote, witte elementen staan hier duidelijk in contrast met de donkere, naar achter geplaatste ramen. Ook lijkt het binnen alsof de route horizontaal verloopt, alleen deze loopt  in een helling omhoog. De zogenaamde horizontaliteit staat dus in contrast met de eigenlijk hellende vlakken.



3.       Openheid:
Beweging: in het midden van het gebouw vindt er een groot atrium plaats. Dit zorgt voor een duidelijke routing en een enorme openheid in de ruimte.

Kleur: door middel van de lichte kleuren en de glazen koepel, wordt de openheid sterker benadrukt. Dit zorgt voor een rustige en kalme omgeving.


Contrast: de grote open ruimte staat in contrast met het spiraal omhoog lopende pad aan de buitenkant van de ruimte. Het pad ziet er erg gesloten uit als dit vergeleken wordt met het atrium. Ook ziet het gebouw er aan de buitenkant een stuk dichter uit dan de binnenkant is. Dit komt door de grote, witte elementen die rond het hele gebouw lopen. De raampartijen zijn aan de buitenkant nauwelijks te zien terwijl aan de binnenkant veel licht via de koepel binnenkomt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten